Een kuur bestaat bijna altijd uit verschillende medicijnen. Zo ook deze VIM-kuur. Vim kennen velen nog als het beroemde schoonmaakmiddel. Nou vergelijk het daar maar mee, want dat is wat het doet. Stiekem toch even de namen van de medicijnen, zodat jullie weten dat ik naast ervaring in de bancaire sector ook thuis ben ik de chemische industrie: Etoposide, Ifosfamide en Methotrexaat. Waar de V vandaan moet komen uit Etoposide is mij een raadsel.
VIM doet zijn werk en maakt schoon en doet daar 6 dagen over. 6 dagen met veel bezoek in het ziekenhuis. Opname is verplicht, omdat dagelijks naast de liter medicijnen ook nog eens 6 liter vocht wordt toegediend om goed door te spoelen. Ik ga niet in detail, maar je zit op de toilet, bent er naar op weg, of komt er vandaan. 6 dagen lang!
Er zijn dagen dat ik twijfel aan de haalbaarheid voor velen, van deze trilogie van kuren (het geheel heet DHAB-VIM-DHAB en ik heb nu de tweede kuur, de VIM, achter de kiezen). Doorzetten is mijn eerste natuur, maar dat geldt niet voor iedereen.
Nu, op de zevende dag weer thuis, kan ik er al een klein beetje om lachen, maar 6 dagen met 25 toiletbezoeken per dag is geen lolletje. Waar ik nooit om zal lachen is de zwaarte van zo’n kuur. Weliswaar was deze minder vermoeiend, maar je ligt 6 dagen met een misselijk gevoel in je bed en weet 1 ding: maag vol houden, want anders loopt het fout af. 2 keer liep het fout af en was ik te laat voor het ontbijt. Dan sta je gewoon ouderwets te droogkotsen, denk je aan je studententijd, voel je je zielig en heb je medelijden met jezelf. Na het ontbijt verdwijnen deze negatieve gevoelens overigens gelukkig weer, samen met de misselijkheid.
Chemotherapie onderga je alleen, daar kan niemand je bij helpen, heb ik veel patiënten horen zeggen. Ten dele ben ik het daar mee eens. Ik begrijp het voor wat betreft de misselijkheid, het lijden van pijn, het verwerken van die loodzware medicijnen (geloof me, welke andere behandeling dan ook; er is geen vergelijking met wat kankerpatiënten te verwerken krijgen). Dat doe je alleen. Maar veel bezoek, ook op momenten, of juist op momenten, dat het allemaal wat minder gaat, is een enorme ondersteuning. Kanker onderga je niet alleen. Dat doe je met anderen en dan zijn anderen er voor je om je te helpen. Maar jij als kankerpatiënt moet die hulp wel vragen en accepteren. En als ze niet komt, er om schreeuwen.
Gelukkig heb ik zoveel dierbaren die mijn ziekenhuisdeur plat lopen, maar als je dat niet hebt, moet je er echt om vragen. Stel je open voor je dierbaren en laat zien waarom jij hen nodig hebt. Alleen redt je het niet. Niemand redt dit alleen, hoe sterk ook. Met de hulp van anderen wordt het lichter en redt je het zeker wel. Mensen zijn geboren om elkaars warmte te zoeken. Zoek en vindt die dan ook. Het voelt geweldig om je te laven aan het genot van je dierbaren. Iedere keer weer als er iemand is geweest voel ik me een klein beetje sterker. Steeds meer Peter. En daar heeft die vriend, collega, tante, moeder, of wie dan ook, aan bijgedragen. Je slaat het allemaal op en weet een ding zeker als je hem of haar ziet vertrekken uit het ziekenhuis:
‘Jij bent mooi, ik houd van je en op een dag geef ik het je allemaal terug’.
Peter Kapitein
Opgeven is Geen Optie!