Een kenmerk van de Alpe d’Huez is dat het zwaarste deel in de start zit. De eerste bochten zijn krankzinnig zwaar, breken je moraal, als je niet uitkijkt en zorgen voor een uitputting die ongekend is. Waakzaamheid en sparen is geboden.
De eerste chemotherapie zit er in en ik ben niet in staat geweest afgelopen zondag de column te schrijven. Treffend heeft mijn vrouw het weergegeven: ‘je lijdt het leven van een kat: je slaapt 22 uur per dag en de andere 2 uur ben je moe’. Het is inderdaad ongelooflijk. Ik ben nog nooit zo moe geweest. Ik kan geen poot voor de ander krijgen. Eigenwijs als ik ben heb ik mij natuurlijk wel op zaterdag naar de Rennersbijeenkomst van Alpe d’HuZes laten rijden. Gek genoeg ging dat wel. Later begreep ik waarom.
Zaterdag was ik al afgevallen van 82 kilo op dinsdag naar 76 kilo. Later wordt dit op dinsdag 74,5. Ruim 7 kilo in 7 dagen. Sonja Bakker kan nog iets van mij leren. Niettemin verontrust dit mij natuurlijk wel. Waar stopt het? Ik blijf gelukkig wel eten en drinken. Daar ligt het niet echt aan. Werken de medicijnen dan zo goed? Jazeker, dat merk ik wel degelijk. Het kippenei in mijn oksel is een knikker geworden. In mijn lies is geen sprake meer van een liesbreuk, maar van een lichtere zwelling. Ook de rupsen in mijn keel zijn een stuk kleiner geworden. Later, op dinsdag, leer ik van Marie José dat je dit wetenschappelijk verwoordt met de uitspraak: ‘Inderdaad, op alle stations is sprake van een reductie van de klierzwellingen’. Tja, ik druk mij nu eenmaal anders uit, maar ben er wel blij mee. Die troep moet en zal nu mijn lijf uit. Laat Marie José zorgen voor een schoon en tumorvrij lijf, Henk Lokhorst regelt dan dat het zo blijft met een mooie transplantatie en dan zorg ik voor een sterke kop en een sterk lijf.
Die eerste bocht is geslecht en het is afzien geweest. Later begrijp ik dat dit vooral gekomen is doordat ik na 4 dagen geen zware Corticosteroïden meer kreeg. Zaterdag tijdens de rennersbijeenkomst nog een staartje pepmiddel en daarna instorten! Tja, doping in een rennerskwartier. Dat werkt. Vandaag, dinsdag 11 maart is de dip aan het eindigen en krijg ik energie en praatjes. Ik begeef me op het vlakke deel van de eerste bocht. Het voelt weer goed.
Natuurlijk zijn er ook prachtige momenten van ontroering tijdens je kuur. Daar put ik kracht uit. 8 maart is mijn oudste zoon (11 jaar) districtskampioen geworden bij het turnen! Ga er maar aan staan. 14 uur training per week komt er uiteindelijk uit. Een aartje naar zijn vaartje? In ieder geval het afzien bij de trainingen wel. De motivatie zit diep in hem, want Marjolijn en ik hoeven op geen enkele wijze onze zoon Milo te stimuleren. Sterker nog, samen met zijn trainer moeten we hem eerder iets temperen, anders traint hij nu al 24 uur per week.
Het is merkwaardig welke gedachten er door je hoofd gaan als je ligt te slapen, slaapwaken en waken. Hoop, verdriet, angst, vertrouwen, doodsangst. Het speelt allemaal door je hoofd en het is allemaal terecht. Op dat moment. Echter, in het licht van het bestrijden van mijn ziekte en mijn doel voor ogen: 87 jaar oud en grootvader worden, is het niet terecht. Dan heb je positieve gedachten nodig. Dan denk ik aan de woorden van mijn goede vriend Maurice, die niet meer kan lopen:
‘Je mag af en toe best eens verdrietig zijn hoor Peter…, Maar niet te lang!’.
Peter Kapitein
Opgeven is Geen Optie!