Kennelijk zat er nog een stevige slok in de gifbeker en moest deze helemaal leeggedronken worden. Een drietal weken geleden bleek mijn rechterarm dikker dan mijn linkerarm. De artsen in het AMC stelden een trombose in mijn subclavia vast; de ader waar het infuus in heeft gezeten tijdens de behandelingen en waar de Stafylokokbacterie heeft huisgehouden. Het gevolg: drie maanden Heparine prikken en een steunkous tegen de zwelling in mijn arm. Dan vloek ik. Hard en grondig. Waarom gaat dit nu niet aan mijn deur voorbij? De komende maanden worden al zwaar genoeg. Aan de andere kant weet je binnen 5 minuten dat dit geen invloed heeft op het succes van de volgende Stamceltransplantatie. Daarvoor is mijn karakter te optimistisch. De prikken zijn inmiddels onderdeel van het opstaan en ontbijten, de kous trek ik aan alsof het een sportoutfit is en die glimlach raak ik volgens mij nooit meer kwijt.
Ik ben de afgelopen weken op vakantie geweest in Friesland. Een schone provincie, waar het ‘s avonds stil en donker wordt. Een provincie met mensen die doen alsof er nooit iets verandert en veel om elkaar geven. Ik voel mij hier heel erg thuis. Het ´ik´ staat niet voorop, maar wel de ander. ‘Wat ga jij doen voor iemand anders?’, is een vraag die daar niet gesteld wordt, maar onderdeel is van het samenleven.
In Friesland rust, lees en train ik veel. Ik heb de balans tussen lichaam en geest daar altijd kunnen vinden. Vroeger in de voorbereiding van de triatlons en nu in de revalidatie van mijn autologe Stamceltransplantatie. Het Alpe d’HuZes Cancer Rehabilitation Program gaat 1 oktober van start (let op de spetterende aankondiging tijdens de Geldoverdracht 2008 aan KWF Kankerbestrijding op 6 oktober) en is deels gebaseerd op mijn huis, tuin en keuken- revalidatietheorie: herstellen doe je door veel te rusten en veel te bewegen. Ook met kanker.
2 september is mijn donortransplantatie. De transplantatie die mijn beenmerg, mijn stamcellen en mijn bloed gaat vervangen en mij gaat genezen. Een traject dat zich moeilijk laat voorspellen qua zwaarte. 3 september mag ik weer naar huis en word ik wekelijks 2 keer gecontroleerd op infecties en afstotingsverschijnselen. Het is niet zonder risico, maar is wel mijn kans op genezing. Bocht 7 zal mijn transplantatie zijn, omdat je vanaf bocht 7 de finish in Alpe d’Huez kan zien, maar nog wel een traject hebt te gaan. Dat kan meevallen als je goed bent, maar tegenvallen als je benen slecht zijn. We gaan het meemaken.
Mijn arts Henk Lokhorst heeft een prachtige donor gevonden. Ik ken hem of haar niet, maar ik weet inmiddels zeker dat hij of zij prachtig is. Normaal worden er via de bloedbaan stamcellen gedoneerd. Dat duurt een paar uurtjes, maar is pijnloos en na afloop loop je gewoon het ziekenhuis uit. Mijn donor kan niet doneren via de bloedbaan en dan is er nog maar één manier om dat wel te doen: vanuit het beenmerg. Dan ga je onder narcose en staan 2 artsen een uur beenmergpuncties uit te voeren. Dat moet onder narcose, want deze puncties zijn ongelooflijk pijnlijk. Ik heb er al vele gehad, maar dat was er steeds slechts 1 tegelijk.
Mijn donor doet dit voor mij. Voor iemand die hij of zij niet kent. Omdat mijn donor een prachtig mens is, onbaatzuchtig is en liefde heeft voor andere mensen. Mijn donor is mooi.
Wat ga jij doen voor iemand anders?
Peter Kapitein
Opgeven is Geen Optie!