Bocht 2: Wat een heerlijk (voor)uitzicht!
January 26, 2009

‘OK Henk, het gaat goed, maar wanneer verklaar je me nu voor genezen?’. Henk kijkt me lang aan en zoekt naar woorden, want hoe antwoord je nu in zo’n geval. ‘Ja…, ja… dat is een lastig te beantwoorden vraag Peter. Daar is niet zomaar een datum voor te noemen’.

Kankerpatiënten willen horen dat ze genezen zijn. Ik ook. Ik hunker naar dat moment en ben er dagelijks mee bezig. Opstaan en niet als eerste denken aan die klote ziekte. Niet leven met de gedachte dat het binnenkort afgelopen kan zijn. Vaak hoor je mensen zeggen dat dit voor iedereen geldt. ‘Iedereen kan morgen dood zijn Peter’. Klopt helemaal, maar niet iedereen wordt wakker met de gedachte dat het einde nadert of kan naderen. Kankerpatiënten wel. Als ik wakker word, is het eerst wat ik denk: ik heb verdomme kanker. En dan zet ik de wekker uit. Als ik ga slapen heeft het laatste wat ik die dag denk, ook met mijn ziekte te maken. Daarom wil ik bij mijn succesvolle behandeling horen dat ik op een dag genezen ben!

Maar de werkelijkheid verloopt anders. Over enige tijd krijg ik te horen dat ik vrij van kanker ben en een paar maanden weg mag blijven. Dan ga ik naar huis en leef enige tijd rustiger. Maar wanneer de dag nadert voor een volgend onderzoek en ik me weer opmaak voor de zoveelste CT-scan en beenmergpunctie (mijn heupbotten zijn een speldenkussen) ben ik er weer helemaal mee bezig. Ik krijg dan ongetwijfeld weer te horen dat ik vrij van kanker ben en weer voor een half jaar weg mag blijven. Of korter, want Marie José (over enige tijd keer ik weer terug naar mijn tweede M) is erg streng en voorzichtig. Zij weet met wat voor een vijand we te handelen hebben. Zo gaat het een paar jaar door en na 5 jaar mag ik vermoedelijk wel 5 jaar weg blijven en pas na 10 jaar sluiten we het dossier. Dat dan weer wel, maar de ziekte blijft in je kop zitten. Dat hoor ik van veel mensen. Een vriend van me is al meer dan 30 jaar vrij van kanker en toch is het nog altijd dichtbij. En niet alleen bij hem. Ook bij zijn dierbaren. Die blijven ook met zijn ziekte bezig en houden altijd spanning.

Je kunt er veel aan doen om te leven en samen te leven met kanker. Je moet er veel voor doen, maar dan krijg je er gelukkig ook veel voor terug. Zelf ben ik er van overtuigd dat het enorm helpt om twee zaken goed op orde te hebben. Ten eerste je motivatie in het leven en om te leven. Dat verschilt voor iedereen, maar iedereen heeft dit. Voor mij zijn dit mijn jongens en mijn vrouw. Daar leef ik voor en dat helpt me door alles heen. Ten tweede is het belangrijk dat je dag gevuld is met positieve impulsen. Ook dit verschilt voor iedereen. Ik houd van mijn gezinsleven, van mijn dierbaren, van Alpe d’HuZes en van mijn werk. Daar ben ik intensief mee bezig en datzorgt er voor dat de kanker mijn dag niet vergalt. Zoals ik altijd zeg: 2 uur per dag is meer dan genoeg, de andere 14 uur die ik wakker ben zijn voor mij en niet voor de kanker. Ik noem het maar even de “Peter-Kapitein-houtje-touwtje-theorie van Leven en Samenleven met kanker”. Gelukkig is er nu door Alpe d’HuZes een leerstoel opgericht voor dit Leven en Samenleven met kanker en zal er de komende jaren veel aandacht besteed worden aan dit onderbelichte onderwerp. Dan wordt er een fundament gelegd onder de aannames die ik uit praktische overwegingen maar heb gedaan en zullen er adviezen komen waar veel mensen veel aan hebben. Want één ding staat vast: zolang die klote ziekte nog niet voor de volle honderd procent te genezen is, hebben alleen al in Nederland jaarlijks 80.000 mensen extra deze adviezen nodig en dan vergeet ik bijna hun dierbaren nog!

Het wordt maandag 9 maart 2009. Een mooie datum. Het is de geboortedag van mijn grootvader. Ik ben genezen op die dag. Henk zal het wel begrijpen.

Peter Kapitein
Opgeven is Geen Optie!