‘Wat doe je nu Carla? Ik ben sinds 8 januari je patiënt en dit voelt alsof je me in de steek laat. Je kunt me toch zomaar niet aan een andere arts overdragen? Ik baal hier vreselijk van’. Het is 2005 en mijn arts Carla Hollak gaat iets anders doen binnen het AMC. Ze zal geen patiënten meer zien en behandelen. Ik ben in die eerste drie maanden zeer op haar gesteld geraakt. Ze is goed, empatisch en communiceert op een voor mij prettige en duidelijke manier. Ik ben aan haar gehecht. ‘Peter; ik ga echt andere dingen doen en kan je niet meenemen als patiënt. Dat is uitgesloten. Wat ik wel heb gedaan is goed kijken aan wie ik je overdraag. Jij kunt niet zomaar bij iedere arts worden ondergebracht. Ik heb Marie José Kersten gevraagd of zij je arts wil zijn en dat wil ze. Ik kan je één ding garanderen: als ik jouw ziekte zou hebben, zou ik haar als arts kiezen. En ik kan kiezen’. Dat argument was doorslaggevend. Dit was zo mooi betrokken, persoonlijk en oprecht. Ik bezweek en werd de patiënt van Marie José. Ik heb voor Carla een afscheidscadeautje gekocht. Het boek ‘Fantastic Voyage’ van Isaac Asimov. Ik ging een nieuwe en bijzondere reis afleggen met een andere schipper aan het roer. Dat was zeker.
Kankerpatiënten en artsen hebben een bijzondere band. Een intense band. Je gaat immers niet voor zweetvoeten het ziekenhuis in. Het gaat ergens over als je met je arts spreekt. De kans op overleving. Wat te doen? Hoe lang heb ik nog? Het zijn vragen die raken aan de essentie van het leven. Die bespreek je met iemand die je voor honderd procent vertrouwt. Dat realiseren de patiënt en haar arts zich. En hun omgeving ook. Deze basis van vertrouwen is een voorwaarde voor een succesvol traject bij de behandeling van kanker. Beslissingen worden immers door patiënten en doktoren genomen in vertrouwen en in rust. Dan pas gaat het goed.
Niettemin zijn er nog steeds ziekenhuizen, die werken met ‘de arts van de week’. ‘Wie is je arts Erik?’ vroeg ik in februari aan de doodzieke Erik. ‘Ja, dat ligt hier lastig Peter. Ik geloof dokter Hendriks. Ja, dokter Hendriks. Die heeft dienst’. Erik was zichtbaar ongemakkelijk met mijn vraag en al helemaal met zijn eigen antwoord. Erik wil een dokter voor zichzelf. Waar hij alles mee kan delen. De mooie kanten van zijn behandeling en zijn leven. Zijn angsten. Om te sterven. Zijn angst om zijn dierbaren alleen achter te laten. Dat wil je kwijt aan je arts en dat kon Erik niet. Nee, natuurlijk niet. Dat deel je niet met tien artsen. Dat deel je met ‘jouw’ arts. Het rooster stond echter voorop in het ziekenhuis van Erik. Niet de patiënt.
Ik ben naïef en daar ben ik heel erg blij mee. Ik dacht dat het normaal was dat je zo’n goede arts hebt die alles voor je regelt en alles voor je betekent in het ziekenhuis. Maar ook hier blijkt hoe goed het AMC het doet. Hoe goed Carla en Marie José het doen. Patiënten behoren geen ‘arts van de week’ te hebben. Patiënten behoren een arts te hebben waar ze mee leven. Waar ze van kunnen houden. Dan gaat het goed met de patiënt.
Hier begint echter ook de verantwoordelijkheid van de patiënt. Neem er gewoon geen genoegen mee dat je wordt ingeroosterd bij een arts. Sta er op dat je een vaste arts krijgt en ga anders je heil elders zoeken. De ‘arts van de week’ is iets uit de 20e eeuw. Niet van deze tijd. Het is bedoeld om het de ziekenhuizen naar de zin te maken en niet de patiënt. Wanneer patiënten weglopen bij ziekenhuizen waar dit gebeurt zal het veranderen. Niet door het te accepteren.
Patiënten eerst en patiënten maken het verschil.
Peter Kapitein
Opgeven is Geen Optie!